23 augustus 2023
De baas zijn
Ik ben ondernemer, en werkgever. Leidinggevende. De baas, kortweg gezegd.
Ik vind dit moeilijk. Ik heb nooit de ambitie gehad om te ondernemen, laat staan om werknemers in dienst te hebben, of ZZP’ers in te huren. Ik was gewoon een juf. Die haar man ging helpen bij zijn ‘per ongeluk ontstane’ bedrijf. Twee stuntelende ondernemers, twee stuntelende werkgevers. Twee bazen.
Hij staat aan het roer van OERsterk, zijn derde kind, zijn creatie, zijn passie. Ik sta aan het roer bij Vitaily, mijn bedrijf, ooit geboren vanuit Richard en OERsterk, maar inmiddels met een heel eigen DNA.
De bedrijven zijn gegroeid, de afgelopen jaren. Er was niet alleen maar groei en plezier. Er was een bijna faillissement, er was personeel dat hierdoor ‘ontslagen’ moest worden, er waren financiële zorgen, er was kritiek, en er waren (familie)conflicten. Ups en downs.
En in deze hele reis vond ik het heel prettig om een collega te zijn. Geen baas, ben je mal, dat ben ik niet. Ik wil geen conflict, ik wil graag aardig gevonden worden. Ik wil goed voor iedereen zorgen. Ik wil één happy family, op kantoor (en in de familie).
En wat gebeurde er? In mijn solo-reis van happy collega, bleek dat mijn mede-collega’s, mij soms helemaal niet zo leuk of aardig vonden. Ik hoorde wat gemompel, gemopper en aannames die totaal niet strookten met mijn realiteit.
Maar dát was niet de bedoeling! Ik zorgde juist zo goed voor iedereen.
Dit zorgde bij mij voor een behoorlijk intern conflict. Want, in mijn privéleven maakte ik gelijktijdig zo’n zelfde soort scenario mee. Hoe kon dat nou gebeuren? Dat ik, oprecht mijn uiterste best doe om iets te laten zien, terwijl de ander juist totaal het tegenoverstelde ziet? Dat is toch maf…
Wat waren mijn beweegredenen? Waarom wilde ik zo graag aardig zijn? Wilde ik dat oprecht voor hun, of toch voor mezelf? Waren mijn redenen, mijn motivatie, gebaseerd op mijn ego? Het niet mogen falen, ‘vind mij aardig’? En kreeg ik die, vanwege valse voorwendselen, dus geheel als een boomerang terug?
Ik geloofde écht dat mijn intenties zuiver waren. Oprecht. Maar nu, achteraf, denk ik dat ik me hierin heb laten leiden door mijn onzekerheid, die ik met een masker (ego) beschermde.
Dus ja, soms vinden ze me niet zo aardig. Of leuk. En dat is misschien niet altijd leuk om te voelen, maar dat is wel oké.
Ik ben de baas. En dat mag ik dus ook zelf gaan voelen, en uitdragen. Want dát is oprecht. Ik neem mezelf mee, met mijn gekkigheden en onhandigheden. Maar wél integer. Het hele pakketje.
(En dat mijn ego stiekem even om de hoek komt kijken, vooruit dan maar. Heel stiekem dan.)